Op het schild merkt men de Veurnse leeuw, zwart op gouden veld, en zoals de overlevering het wil, naar rechts klauwend. Deze leeuw wordt doorsneden door een Sint-Andrieskruis.
Tijdens de late middeleeuwen, en dit tot 1586, was de naar rechts gekeerde zwarte leeuw op gouden veld gedwarst door een groen Andrieskruis, het wapen van de Kasselrij Veurne.

Dit gebied, ook Veurne-Ambacht genoemd, strekte zich uit tussen Noordzee, IJzer, Ieperlee en de huidige Franse grens. Het was en is vooral een vruchtbare landbouwstreek, doch de laatste decennia bloeit er ook het toerisme, en de belangrijkste centra, zoals Veurne en Diksmuide, bezitten bloeiende industriezones.

Bovendien merkt men op het wapen van de Ghesellen een klaverblad. Dit element heeft een dubbele betekenis. Enerzijds verwijst het naar het schild van de stad Veurne. Tijdens de late middeleeuwen en ook nu is dit een naar rechts kijkende leeuw met op het hart een groen klaverblad.
Bovendien verwijst de drieledigheid van het blad naar de bedoeling van de vereniging om personen te huldigen die op economisch, toeristisch en/of socio-cultureel gebied voor de streek van betekenis zijn, en om samen te werken met andere verenigingen die op die terreinen werkzaam zijn.

Het werkgebied van de Ghesellen is dus geografisch niet beperkt tot de stad Veurne, maar het strekt zich uit over de hele streek. Daarnaar verwijzen zowel de naam als het schild van de vereniging.